Raadslid Renate van der Velde heeft het college vragen gesteld over de mogelijkheden voor het toepassen van de zogenaamde “plattelandswoning” in het nieuwe bestemmingsplan voor tuinbouwgebied de Koekoek.

Op 27 november jl. is er een informatieavond voor de Raad gehouden over het onderwerp plattelandswoningen. Op deze avond bleek dat inzet van dit instrument slechts zeer beperkt mogelijk is binnen de Koekoekspolder. De reden hiervoor is dat de “Wet Plattelandswoningen”, die op 1 januari 2013 van kracht is geworden, niet voorziet in de situatie waarin een agrarisch bedrijf ontbreekt bij de (voormalige) bedrijfswoning.
Ook is de fractie van de ChristenUnie in gesprek geweest met een aantal bewoners van de Koekoek. De bewoners ervaren onvoldoende dat er gewerkt wordt aan een oplossing voor situaties waarin woningen onverkoopbaar dreigen te worden.

De ChristenUnie wil graag dat de dreigende situatie van leegstaande, onverkoopbare woningen wordt voorkomen. Maar tegelijkertijd geldt dat de tuinbouwbedrijven niet gehinderd mogen worden in hun huidige en toekomstige bedrijfsvoering. Dit vraagt om een zorgvuldige belangenafweging, zo nodig per geval.

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de ChristenUnie de volgende vragen gesteld aan het college van B&W:

1. Ambtelijk is gemeld dat de bestemming “plattelandswoning” enkel ingezet kan worden wanneer er sprake is van een agrarisch bedrijf dat nog in werking is. De Memorie van Toelichting bij deze wet (Artikel I, onderdeel A) lijkt iets anders te beweren. Is het College bereid te onderzoeken of de bestemming “plattelandswoning” ruimer ingezet kan worden dan tot nu toe gedacht?
2. Bij het bestemmingsplan Buitengebied is maatwerk geleverd, door wensen en mogelijkheden van de bewoners van het gebied te inventariseren. In de Koekoek is dit tot nu toe niet gebeurd, terwijl maatwerk nodig is om te kunnen bepalen welke van de (voormalige) bedrijfswoningen in aanmerking komen voor de bestemming “plattelandswoning” of “wonen”. Is het College bereid alsnog maatwerk te leveren?
3. Indien bovenstaande vragen met “ja” beantwoord worden, hoeveel tijd heeft het College dan nodig om het gevraagde onderzoek en maatwerk uit te voeren? Is het mogelijk dit te doen voor de behandeling in Commissie en Raad in februari/maart?

Graag zouden wij deze vragen beantwoord zien voor 17 februari, wanneer dit onderwerp wordt besproken in de Commissie RO.