Voorzitter: Dan is nu het woord aan dhr. De Jong van de ChristenUnie. Hij schrijft deze dinsdag zijn maiden-raadspraat.

Dankjewel burgemeester, of is het nu voorzitter? Vergeef mij maar dat ik af en toe nog van die beginnersfoutjes maak. Het zal allemaal wennen zijn en zo’n debuut maken brengt natuurlijk de nodige spanning met zich mee.

Voorzitter, ik denk dat we voordat we verbinding kunnen aangaan met inwoners, we eerst eenvoud moeten introduceren in de raadszaal. Sterker nog, we hebben samen een hele avond cursus gevolgd om ons dat eigen te maken, nu de toepassing nog. (Zoals ik geleerd heb, geef ik eerst mijn mening weer en zal ik vervolgens mijn bijdrage labelen en nummeren) Ik wil mijn inbreng in drie punten verdelen:

1. Mijn constatering

2. Mijn reflectie

3. Mijn zelfkritiek

De constatering die ik allereerst doe: We willen als raad ons meer in verbinding stellen met de inwoners. Inwoners geven aan dat het allemaal maar moeilijk gedoe is daar in het stadhuis. Eenvoud is nodig. Verbindingen komen tot stand waar eenvoud geïntroduceerd wordt. Na de cursusavond ben ik specifiek gaan letten op de toepassing van het geleerde. Niet om kritisch te zijn op collega’s, maar juist om zelfkritisch te zijn en over een paar weken helemaal klaar te zijn voor het commissiewerk. En juist op dat moment kreeg ik wat kortsluiting in mijn gedachten waardoor ik op mijn tweede punt kom, mijn reflectie.

De vraag popte bij mij op hoe ik de inwoners ga bereiken en naar ze luisteren als ik ze door middel van mijn taal in de raadszaal niet bereik? Zoals ik geleerd hebben moet een standpunt helder zijn. Argumenten en/of vragen kunnen het beste puntsgewijs naar voren worden gebracht. Hoe ga ik dat voor elkaar krijgen? Laat ik mij in ieder geval kwetsbaar opstellen door naar punt drie te gaan.

Dat is mijn zelfkritiek: Laat ik mijzelf opscherpen. En laat ik dat gaan doen door middel van drie vragen die ik na elke bijdrage mijzelf zal stellen:

1. Is het standpunt helder weergegeven aan het begin van het betoog?

2. Is er genummerd en gelabeld?

3. Zijn er korte krachtige zinnen gebruikt die in gemakkelijke taal gesproken is?

Voorzitter, nu ik mijn voornemens schriftelijk heb bekend gemaakt, sluit ik af zoals het hoort: Dankuwel!