Antwoordbrief college verdeelsleutel jeugdzorg (CU en SGP)

jeugdzaterdag 20 september 2014 08:36

Geachte heren Zweers en Spaan,
Naar aanleiding van een artikel in Binnenlands Bestuur ontvingen we van u vragen over de verdeling
van de middelen jeugdzorg. Hieronder worden uw vragen beantwoord.

1. Bent u op de hoogte van bovengenoemd onderzoek en wat vindt u hiervan?
Ook wij hebben kennis genomen van het artikel in Binnenlands Bestuur dat door de auteur geschreven is op basis van data van Deloitte. Het artikel is verschenen voordat de meicirculaire van het Rijk verscheen. De in het artikel genoemde bedragen over de budgetten per jeugdige sluiten niet aan op de in de meicirculaire genoemde bedragen. De bedragen in de meicirculaire zijn hoger dan de in het artikel genoemde, dit neemt niet weg dat de zogenaamde Bible Belt gemeenten in 2015 minder ontvangen dan het landelijk gemiddelde1. De toedeling van de jeugdzorgmiddelen heeft plaatsgevonden op basis van het gebruik van de jeugdzorg over de jaren 2009-2011. Dit is de jeugdzorg die per 1 januari 2015 aan de gemeente wordt overgedragen, die we regionaal hebben opgedeeld in de interventieniveaus 4 t/m 7 en die we gezamenlijk gaan inkopen. Behoefte van enkele jaren geleden is dus bepalend geweest voor de toedeling middelen 2015. Voor 2016 wordt door SCP en Cebeon gewerkt aan een meer "objectief" verdeelmodel, dat gebaseerd is op kengetallen (aantal jeugdigen, leeftijdsverdeling, onderwijsgegevens e.d.). Historisch gebruik heeft dan wel enige voorspellende waarde t.a.v. van het te verwachten gebruik, maar veel minder op de landelijke verdeling van de middelen over de gemeenten. 1 Nederland gemiddeld f 1.109, Bunschoten f 531, Lingewaal š 568, Staphorst C 572, Aalburg C 681, Neerijnen C 711, Rhenen ë 712, Urk f 715, Reimerswaal ê 776, Neder-Betuwe C 810, Alblasserdam i 840, Barneveld ê 865, Zwartewaterland C 896, Tholen C 919, Elburg i 931, Oldebroek C 970 en Kampen C 1.211

2. Kunt u aangeven hoe de verdeelsleutel er uitziet voor Kampen?
In de meicirculaire 2014 is voor alle gemeenten een overzicht opgenomen van de middelen die zij in 2015 ontvangen voor de jeugdzorg. Daarin is ook het aantal jongeren van 0-17 jaar in de gemeente en het bedrag per jongere opgenomen. Per jongere ontvangen de gemeenten in 2015 gemiddeld C 1.109. Kampen ontvangt per jongere een bedrag van afgerond C 1.211. Dit is meer dan sommige grotere gemeenten, maar minder dan enkele kleinere. Om deze verschillen te kunnen verklaren zou onderzocht moeten worden waarom het gebruik in verleden in de ene gemeente hoger is geweest dan in de andere. Met betrekking tot de Bible Belt gemeenten schrijft Binnenlands Bestuur dit zonder nader onderzoek aan een grotere sociale cohesie toe.

3. Is er wat betreft Kampen vanwege preventiebeleid gekort op de uitkering?
Bij de toedeling van het budget 2015 aan de gemeenten is niet gekort vanwege preventiebeleid. Wel kan preventiebeleid invloed hebben gehad op het gebruik in het verleden en daarmee indirect op de middelentoedeling 2015. Voor 2016 wordt gewerkt aan een meer objectief verdeelmodel, gebruik in het verleden zal daarmee minder bepalend worden.

4. Wat betekent de voorgenomen financiële verdeling van de decentralisatiemiddelen voor de
toekomst van de jeugdzorg in onze gemeente en ook voor de gemeentelijke inzet op preventie?
Op dit moment onderzoeken we in regionaal verband of we met het budget 2015 de gevraagde inzet kunnen bekostigen. Op dit moment vindt er een tweede uitvraag plaats bij zorgaanbieders over het gebruik per gemeente in 2013 en de kosten daarvan. De verwachting is dat we daarmee meer inzicht krijgen in het te verwachten jeugdzorggebruik in 2015 en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Bij het terugdringen van het toekomstig gebruik vormen preventie en vroegsignalering het uitgangspunt. Door preventie willen we problemen voorkomen, door vroegsignalering deze vroeg onderkennen en actie ondernemen. Uiteindelijk doel is het beroep op zwaardere en daarmee vaak ook duurderde zorg te voorkomen. Uitgangspunt blijft daarbij dat de jeugdige de zorg/ondersteuning krijgt die hij of zij nodig heeft. Ook preventie en vroegsignalering vragen om investeringen, de opbrengsten zullen pas geleidelijk en op termijn zichtbaar worden. Preventie en vroegsignalering moeten ertoe bijdragen dat de uitgaven in de toekomst beheersbaar blijven. Om die reden is het uiterst wenselijk om de komende jaren binnen ons budget ruimte voor investeringen in preventie en vroegsignalering te creëren.

5. Kunt u inzichtelijk maken wat het preventiebeleid van de gemeente de afgelopen paar jaar heeft gekost?
Doel is kinderen de mogelijkheid te bieden om gelukkig en veilig op te groeien. Leefomgeving en lokaal beschikbare voorzieningen (kinderopvang/peuterspeelzaalwerk, bibliotheek, sport- en cultuurvoorzieningen e.d.) dragen daar aan bij. Maatschappelijke instellingen en m.n. het CJG bieden opvoed- en opgroeiondersteuning. Daarnaast vindt inzet op preventie plaats via specifieke projecten op het gebied van o.a. alcoholgebruik, weerbaarheid en echtscheidingsproblematiek. Bij specifieke preventieprojecten wordt de raad altijd geïnformeerd over het kostenbeslag. Sommige (soms indirecte) preventieve activiteiten zijn echter opgenomen in grotere projecten en worden daardoor niet separaat gebudgetteerd. De kosten van deze bredere maatschappelijke inzet is niet te bepalen, omdat ze bijvoorbeeld deel uitmaken van een breder takenpakket van instellingen. Daarom is het niet mogelijk om exact in kaart te brengen wat het preventiebeleid precies gekost heeft.

6. Bent u bereid aandacht te vragen bij de VNG/het Rijk voor een eerlijke verdeling van middelen over de gemeenten, rekening houdend met de eerdere inzet van de gemeente op bijvoorbeeld preventie? Op welke wijze gaat u dat doen?
Zoals gezegd wordt voor de toedeling van de middelen 2016 gewerkt aan een model meer gebaseerd op objectieve criteria. Omdat gebruik in het verleden dan geen of een minder prominent aandeel in de verdeling betekent, zal eerdere inzet op preventie via minder gebruik niet of minder snel leiden tot een lager bedrag per jeugdige. De planning is dat het nieuwe verdeelmodel december 2014 gereed is en dat tegelijkertijd de daarmee berekende budgetten 2016 bekend worden gemaakt. Naar aanleiding daarvan zullen wij bezien of het noodzakelijk is bij VNG en Rijk aandacht te vragen voor een beter verdeelmodel.

7.Op welke wijze houdt u de raad op de hoogte over uw inzet op dit dossier en de verdeling van de middelen door het Rijk?                                                                      De komende maanden gaan wij uitgebreid in gesprek met de raad over de drie decentralisaties en de implementatie daarvan. Met betrekking tot de jeugdzorg zullen kaders, beleid, de uitvoering, de uitvoeringskosten en de dekking daarvan met u besproken worden. Ook de monitoring en de wijze waarop we u over de uitkomsten daarvan informeren zullen we hierbij betrekken.

Gekoppelde documenten
TitelBestandsgrootteMIME-type
01 Antwoordbrief college verdeelsleutel jeugdzorg (CU en SGP)425,0 kBapplication/pdfdownload

« Terug

Reacties op 'Antwoordbrief college verdeelsleutel jeugdzorg (CU en SGP)'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.